“Het programma beloofde te lachen met mensen met wie je normaal niet mag lachen. Maar wat kregen we? We lachten er een béétje mee”, zegt Brusselmans in TV-Familie. “Ik vond `Taboe' dus te braaf. En zeker niet baanbrekend. Maar ja, ik vind alles te braaf, hé."

"Er zaten goeie jokes tussen, daar niet van. Maar nooit één waarbij iemand Philippe van het podium sleurde en zei: `Dit pik ik niet.' Ik begrijp dat: hij heeft eerst een week met die mensen doorgebracht en bouwde een band met hen op. Die interviews deed hij trouwens zeker niet slecht.” 

“Het allergrootste taboe van deze tijd ­ lachen met Allah ­heeft Philippe niet durven aanpakken omdat een moslim hem had gezegd dat hij dat niet mocht doen', gaat Herman verder. “Het had ook niet gepast in een programma dat zich richt op het grote publiek en niet te choquerend mocht zijn.”

“Eigenlijk was er nu niks choquerends. Philippe is heel beleefd gebleven. Ik heb geen enkele mop gehoord waarvan ik dacht: `Oei, nu gaan die mensen gegeneerd of kwaad zijn. Tja, Philippe is een zeer populaire figuur. Ik zou hem `de Koen Wauters onder de komieken' noemen omdat niemand echt tégen hem kan zijn. Hij is een soort ideale komische schoonzoon.”