Kürt wist bijvoorbeeld al op zijn twaalfde dat hij op internaat wilde gaan in Gent terwijl hij toen in Zele woonde. “De drang die een achttienjarige heeft om op kot te gaan, had ik al op mijn twaalfde”, zegt de acteur in Dag Allemaal. 

“Of mijn ouders dat zagen zitten? Mijn moeder was ervan overtuigd dat ik binnen het halfjaar weer thuis zou staan. Ik was immers een echt `heimweekind'. Ging ik ergens logeren, ik lag gegarandeerd hele nachten in mijn bed te wenen.” 

“Maar mijn moeder kreeg ongelijk en ik zette door. Ja, ik had zitten wenen. Heel veel zelfs. Maar ik ben ook een doorzetter, heb een enorme veerkracht. Dat heeft me ook al veel geholpen in de situatie met m'n vader. Even uithuilen, maar de dag nadien er weer tegenaan. Dat had ik als kind ook al.”