"Ik heb een driehoek van verderf: op café zitten, roken en vettig eten. En daar ben ik nu al bijna veertig jaar uit aan het plukken", biecht Bockie De Repper op aan Wim Lybaert in 'De Columbus'. "Het is gek om te beseffen dat ik al sinds mijn 14de rook en drink."

"Maar ik merk wel met ouder worden dat ik niet kan blijven volhouden. Mijn lijf moet een week recupereren, en het gaat alleen maar erger worden. Er gaat iets moeten veranderen, want ik voel het wel."

Zijn probleem met alcohol is dat het telkens weer ontspoort. "Ik moet black-out gaan, anders is het niet genoeg. En dat zou ik heel graag veranderen."

Bockies vader en diens broer hebben allebei op hun 47ste een hartaanval gehad. Zijn vader overleefde het niet, maar diens broer kreeg te horen dat hij meteen moest stoppen met alcohol te drinken. "Hij dronk zonder zever een bak Duvel per dag."

Zelf beschouwt hij zich echter niet als alcoholist. "Voor mij ben je alcoholist als je de mensen rondom je er pijn mee doet. En is helemaal niet zo bij mij."